Welk verhaal maak jij jezelf wijs?

Het is dag drie van mijn retreat, tijdens mijn vierdaagse in de abdij Postel in Mol, België. We hebben even pauze als ik sta op mijn beurt te wachten bij de koffiemachine. Dat de rij niet duidelijk zichtbaar is, blijkt als zij binnenkomt en haar plek inneemt. Wanneer ze aan de beurt is, haar kopje onder de machine plaatst, heeft ze de indruk dat ik er al langer sta. Ze checkt en vriendelijk zeg ik dat dit klopt, maar dat ik dit niet erg vind.

Heb je er een probleem mee?
Ze drukt op de cappuccino-knop en terwijl de koffie haar beker vult, kijkt ze nogmaals om en zegt: “heb je er een probleem mee om er wat van te zeggen.” Mijn antwoord is oprecht en gemeend: “nee hoor.” En ook ik druk vervolgens op de knop van koffie; het gevoel wat meer wakker te willen worden maakt zich van mij meester. 

    Weer laat ik iedereen voor
    Wanneer de pauze voorbij is, we teruglopen naar onze ruimte elders in de abdij, houd ik vanuit een  automatisme de deur voor iedereen open. Terwijl ik een ieder ander voor laat gaan, komen de gedachten, mijn puzzeltijd: ‘Jeetje, wat vond er zojuist eigenlijk plaats? Wat ben ik nu aan het doen? Weer laat ik iedereen voor en zet mezelf achteraan in de rij.’ Ik vertel mezelf altijd dat ik het fijn vind om achteraan in de rij te staan. Dat ik liever iedereen voor laat gaan, zodat ik de prikkels, het geluid en hetgeen ik zie, voor me heb. Dan kan ik mijn overzicht bewaren. Maar is dat zo? Of heb ik er mijn eigen waarheid van gemaakt? Zo vraag ik me af. 

    Zo houd ik mezelf klein
    Zodra we de treden naar boven klimmen, wordt met elke stap duidelijk waar de puzzeltijd voor nodig is. Mijn eigen waarheid, en het verhaal dat ik ervan heb gemaakt, zorgt ervoor dat ik mezelf klein houd, het liefst onzichtbaar maak en het interne gevoel versterkt er niet toe te doen. Ik besef me dat vloeken hier niet is toegestaan, maar kak… wat baal ik ervan. 

    Mijn roze patroon
    De puzzeltijd doet me beseffen dat mijn roze patroon weer overheerst. Het roze dat in dit geval me zachtjes maar pittig toefluistert: 

    • dat het me niet lukt om mezelf centraal te stellen
    • omdat de ander gewoon altijd voor gaat
    • dat is mijn zogenaamde zorghart
    • liever lief zijn voor de ander dan voor mezelf
    • en als ik eerlijk ben, op zulke momenten ga ik liever de confrontatie uit de weg

    Dus roze mag zachtjes fluisteren, maar ze dendert binnen, voelbaar in elke vezel van mijn lijf. 

    Wat gebeurt er met jou als iemand voordringt?
    Begrijp me goed, het is helemaal niet verkeerd om mensen voor te laten gaan en deuren open te houden, maar wanneer je het nagenoeg structureel doet, wat zegt dit dan? Welk verhaal maak jij jezelf wijs? En wie wijs je daarmee eigenlijk af? Sinds ik mijn roze patroon erken, herken ik haar gelukkig eerder, zoals nu bij de koffiemachine. Wat gebeurt er met jou wanneer je te lang moet wachten in een rij? Wat word er bij jou getriggerd wanneer iemand voordringt? Ik ben benieuwd. Wellicht door er nu bij stil te staan herken je er misschien een patroon in.